De rechter kransslagader bevloeit het rechter hart en meestal de onderkant van de linker kamer. De linker kransslagader vertakt zich vrij snel in een voorste tak die de voorkant van de linker kamer van zuurstof voorziet en in een achterste tak die de zijkant van de linker kamer bevloeit. Omdat de linker kransslagader zich onmiddellijk splitst, zijn er eigenlijk 3 belangrijke kransslagaders:
- De rechter kransslagader
- De voorste tak van de linker kransslagader
- De achterste tak van de linker kransslagader
Verschillende factoren dragen bij tot het ontwikkelen van vernauwingen op de kransslagaders (erfelijkheid, ouderdom, suikerziekte, roken, hoge bloeddruk, hoge cholesterol). Door de vernauwingen krijgt de hartspier te weinig bloed en dit uit zich als een beklemmend gevoel op de borstkas of pijn op de borst. Het grote gevaar bij ernstige vernauwingen is dat de coronair volledig kan gaan verstoppen met een hartinfarct als gevolg. Om dit te vermijden worden patiënten met ernstige vernauwingen behandeld dmv een stentplaatsing of bypassoperatie.
Korte eenvoudige vernauwingen op 1 of 2 coronairen kunnen met een stent worden opengeblazen. Een stent worden via een prikje in de lies naar binnen gebracht en thv de coronair opengeblazen. Hierdoor hebben we geen operatielittekens, doch de lange termijnresultaten van een stent zijn minder goed dan een bypass. Daarom wordt er bij ernstige, langere vernauwingen op de 3 coronairen altijd voor een bypassoperatie gekozen. Dit is uiteraard invasiever dan een stentplaatsing, maar de moeite waard omdat de bypassen veel beter zijn op lange termijn.
De overbruggingen (bypassen) worden aangelegd met 1 tot 2 borstslagaders (mammaria) en/of met een ader uit het been (vene). De borstslagaders bevinden zich links en rechts achter het borstbeen en geven uitstekende resultaten op lange termijn: deze blijven gemakkelijk tot 20 jaar goed functioneren. Een ader uit het been geeft minder goede resultaten: ongeveer de helft van de aders is verstopt na 10 jaar. Daarom gebruiken we bij jonge mensen bijna altijd 2 borstslagaders. Bij oudere patiënten daarentegen wordt sneller voor een ader uit het been gekozen, omdat zij meer kans maken op wond- en borstbeenproblemen indien beide borstslagaders gebruikt zouden worden.



Ouderdom en slijtage van het lichaam kan verkalkingen teweeg brengen thv de aortaklep zodat deze niet meer goed opent. Het hart moet steeds meer energie leveren om het bloed door deze vernauwde klep te persen. De symptomen zijn pijn op de borst, kortademigheid en flauwtes in het hoofd. Een ernstige aortaklepvernauwing is een potentieel gevaarlijke situatie: het hart krijgt het heel moeilijk om te pompen en kan plots stilvallen met een abrupt overlijden tot gevolg.
Bij forse aortaklepvernauwingen is een hartoperatie aangewezen. Hierbij wordt de verkalkte klep weggesneden en een nieuwe klep wordt ingehecht. Deze techniek is nog steeds de gouden standaard: ze is veilig en heel erg te controleren. Indien de patiënt dit wenst is er ook de mogelijkheid om de klep in te brengen langs een kleine insnede, waarbij het borstbeen niet volledig moet worden opengezaagd. Dit geeft vooral esthetisch een meer bevredigend resultaat.
Bij oudere mensen bestaat er nu een nieuwe techniek om de klep niet meer in te hechten maar als een stent te ontplooien in de aorta zodat de operatieduur en de tijd dat het kunsthart aangekoppeld is, kan verkort worden. Dit heeft postoperatief minder complicaties aan het hart, de longen en de nieren en heeft onze voorkeur bij patiënten die algemeen verzwakt zijn. Het grote voordeel is ook dat deze operatie minimaal invasief via een kleine insnede in de huid (+/- 6cm) kan worden uitgevoerd.
Bij oude, verzwakte personen wordt soms gekozen om de klep via de lies in te brengen en open te blazen met een ballon thv de zieke aortaklep. Dit is duidelijk minder ingrijpend wat een voordeel is bij oudere, algemeen zieke patiënten, maar geeft niet altijd een bevredigend resultaat: soms is de klep niet volledig aansluitend of kunnen er kleine kalkbrokjes wegvliegen naar de hersenen met een beroerte tot gevolg.
Een lekkende aortaklep is een klep die nog goed opent maar die slecht sluit met lekkage tot gevolg. Bij elke hartrelaxatie zal er dus bloed terugvloeien vanuit de aorta naar de linker kamer, dit geeft een verminderde bloedstroom doorheen het lichaam teweeg met vermoeidheid en kortademigheid als symptomen. Meestal wordt dit nog lange tijd door het hart goed verdragen. Echter bij uitzetting of verzwakking van de hartspier is een operatie onvermijdbaar. Bij oudere personen zal de klep meestal worden vervangen. Bij jonge mensen beheersen we de techniek om de klep, als deze niet verkalkt is, te gaan herstellen. Dit is een groot voordeel omdat de nadelen van een klepvervanging niet te onderschatten zijn op jonge leeftijd (< 50 jaar).
Door ouderdom en slijtage kan de mitraalklep gaan verkalken en vernauwen zodat het bloed moeizaam naar de linker kamer stroomt en blijft staan in de longen wat zich uit in kortademigheid en verminderde inspanningscapaciteit. Ook bij mensen die op kindsleeftijd reumatoïde artritis hebben doorgemaakt, kan zich een zelfde ziekteproces instellen. Slechts in een klein percentage van de gevallen kan de klep worden hersteld, meestal is een mitraalklepvervanging noodzakelijk. De mitraalklep bestaat uit 2 klepbladen welke met “koordjes” (chordae) aan de hartspier vasthangen om te beletten dat deze zouden doorslaan bij elke hartcontractie. Door slijtage en verminderde bindweefselkwaliteit kan één van deze “koordjes” doorscheuren waardoor een klepblad kan gaan doorslaan met als gevolg een lekkende klep. De symptomen van een lekkende mitraalklep zijn kortademigheid, moeheid en verminderde inspanningscapaciteit. Bijna altijd kan de klep hersteld worden door het inhechten van artificiële koordjes op het klepblad. Bijkomend wordt er een kunstring rond de klep gehecht ter versteviging en stabilisatie van het klepherstel.
De mitraalklep kan ook gaan lekken omdat de ring die de klepblaadjes vasthoudt, gaat uitzetten door een verminderde hartfunctie. Door middel van een kunstring kan ook hier de klep worden hersteld. Alle mitraalklepoperaties (met uitzondering van zeer erg verkalkte kleppen) worden in ons centrum routinematig dmv een kijkoperatie uitgevoerd. Heel de operatie gebeurt doorheen een insnede van een 6-tal cm onder de rechter tepel. Een HD camera zorgt voor een uitstekend zicht op de mitraalklep. De borstkas moet niet volledig open zodat het herstel en de pijn beduidend minder zijn.
Bij jongere patiënten (< 60 jaar) wordt meestal voor een mechanische klep gekozen. Een biologische klep zou op die leeftijd geen 15 jaar meegaan, maar al versleten zijn na minder dan 10 jaar. Mechanische kleppen bestaan uit kunstmaterie, Pyrolite Carbon, en zijn in principe onverslijtbaar. Het voordeel is dan ook dat ze levenslang meegaan. Het nadeel is dat je ze kan horen tikken bij elke hartslag en dat er op dit lichaamsvreemd materiaal klontertjes kunnen gaan vormen. Hiervoor is levenslang antistollingmedicatie noodzakelijk. De bloedstolling moet maandelijks door de huisarts dmv een bloedafname worden gevolgd opdat het bloed niet te dik noch te dun zou zijn.
Tussen 60 en 70 jaar zijn beide keuzes mogelijk en zal de klepkeuze afhangen van de levensverwachting en voorkeur van de patiënt.